My favorite late-night television watching pencil's diary
24.10.09 - 13.12.09
Locatie gebonden, uitermate spontane en niet altijd politiek correcte, tekeningen op een muur.
In het gastatelier van kuS resideert vanaf dit najaar de Russische kunstenaar en curator Lena Lapschina. Gedurende de drie maanden van haar verblijf zal ze op de muren van het kunstencentrum een getekend dagboek bijhouden. Zo zal in de loop van de tijd - onder de ogen van de toeschouwers - de tentoonstelling groeien. De kunstenaar zal onbevangen onze eigen omgeving en tijdsgewricht in beeld brengen en van commentaar voorzien. Zo werkt Lena Lapschina aan de geschiedschrijving van ons eigen bestaan in het hier en nu.
Kijk hier voor een virtuele rondgang in de expositie.
In Heerlen neemt ze ook de aftrap voor haar volgende internationale kunstproject 'Secondhand Glamour', waarbij ze de glitter en glamour van vernisages als uitgangspunt neemt. Ze roept daarbij de hulp in van iedereen die graag een goed - en tevens artistiek - doel steunt. Meer info: Secondhand Glamour.
Lena stelt het op prijs wanneer u op bezoek komt.
Een verslag van haar avonturen vindt u hier, hier, hier en hier.
Opening door Wido Smeets van Zuiderlucht
op vrijdag 23 oktober om 19.00 uur.
(Inleiding door Wido Smeets onderaan deze pagina)
My favorite late-night television watching pencil's diary
Site-specific totally spontaneous, not always political correct, drawings on walls.
A permanent process of the appearance of drawings will go throughout three months of Lena Lapschina's residing in Heerlen – only to disappear again just after that moment, when it will be finished.
In a way that “simple” cultures use to “besinge exactly that, what they see at the moment”, the author is writing down the experimental narrative data garnished with extra observations. The series deals with the ultimate question of the spirit of everyday life, discusses the meaning of life, and talks about nothing & about everything, too.
It is a kind of reporting of what is going on, that the artist conducts in front of the eyes of the public, remixing the mixture of sociopoliticophilosophy, observing the temporal and spacial unities, which actually contain the whole process of life or a part of it.
There is no particular reason why this series stops or begins. Sentence after sentence is popping up, one time more exercised by the real events of the artist's biography, and another time by the ultra-usual, the entirely familiar.
While the mythic framework of the assigned title “My favorite late-night television watching pencil's diary” is perceived as mere camouflage for what is waiting to be discovered underneath, the result is nothing else than an exact showing of cliches of any kind, with the comic effect.
Cliches which compel us to see. We cannot look away. Day after day.
“Any thing, a nothing, a fancy, a chimera in my brain.” (James Joyce)
Met dank aan Mondriaan Stichting en B&O Heerlen
Inleiding van Wido Smeets, hoofdredacteur Zuiderlucht op 23.10.09
De tijd op de hielen
Zoals jullie weten, komt Lena Lapschina – de kunstenares die hier
vanavond wordt gevierd - uit West Siberië. Uit Kurgan om precies te zijn. Dus
zullen jullie begrijpen dat Toon Hezemans mij voor deze inleiding heeft
gevraagd omdat ik een eminent kenner ben van de beeldende kunst in
West-Siberië.
Niet dus. Ik ken West-Siberië alleen uit de
liedjes van drs. P., een van zijn grote hits, Dodenrit, hebben jullie net gehoord. Dus zal ik als ik kijk naar de tekeningen
van Lena Lapschina terug moeten vallen op mijn Westerse blik. Net als jullie.
Twee weken geleden was ik hier ook al, en sprak ik met Lena, die toen
dolenthousiast was over al die lange muren bij KUS. Zoveel vierkante meters
wit, daar was ze heel gelukkig mee.
Muren zijn dankbare plekken voor kunstenaars, binnen en buiten de musea.
Je kunt er een spijker inslaan en daar van alles aan ophangen. Je kunt op die
muren ook schrijven en tekenen. En dan bedoel ik niet zoals na het
faillissement van de DSB Bank in de door schuldeisers leeggehaalde Dirk
Scheringa Museum gebeurt. Eerder denk ik dan aan Pam Emmerik, zij hangt
schilderijen aan de muur en schrijft er vervolgens teksten naast die erop
reageren, zoals nu te zien is in Schunck.
Maar meestal is zo’n tekening of schilderij, hoe actueel ook, gestolde kunst. Het is af. Ingekaderd.
Opgehangen. Na de expositie wordt het afgehaald, ingepakt en vervoerd naar een
andere plek. Soms naar een andere witte muur. Meestal terug naar het atelier,
of een donkere loods
Dat geldt niet voor de associatieve tekeningen die Lena Lapschina hier in
KUS maakt. Die zijn hyperactueel, het is en blijft work in progress. Tot december, dan gaat zij terug naar Wenen en belt Toon de
winterschilder. Dan gaat de kwast erover, die muren moeten weer leeg en wit worden,
het zijn immers expositiemuren.
Maar voor het zover is, zijn er deze tekeningen van Lena Lapschina. Na
haar opleiding aan de kunstacademie in Kurgan belandde ze in de jaren negentig
in Wenen om te promoveren op de hedendaagse architectuur in die stad. Ze bleef
er hangen, ze werkt er als criticus, curator en kunstenaar.
Tekenen op muren deed ze pas één keer eerder, vorig jaar september, in
een oude Franse villa. Toon Hezemans van KUS zag de tekeningen op internet en haalde
haar als artist in residence naar Heerlen.
Toen ik na mijn eerste bezoekje hier, twee weken geleden, wegging, drukte
Lena me een A4tje in de handen met een tekst, en een citaat van James Joyce, de
schrijver. “Any thing, a
nothing, a fancy, a chimera in my brain.”
Zo voelt een shot Angelsaksisch flegma, toegediend door een Siberische kunstenares.
De tekeningen van Lena hebben inderdaad dat onnadrukkelijke van James Joyce. Misschien
wel vanwege de clichés – waar ze zo van houdt. “Clichés”, zegt ze, “dwingen ons
om te kijken. Clichés staan niet toe dat je wegkijkt.”
Net als bij Pam Emmerik spelen teksten in het werk van Lena een
belangrijke rol. Dat één beeld meer zegt dan duizend woorden heb ik altijd
onzin gevonden. Eén pagina James Joyce is met geen duizend beelden te vangen.
Taal is een ander medium, met andere kwaliteiten. Ik heb het gevoel dat Lena
dat met mij eens is. Net als Joyce verbeeldt ze alledaagse gebeurtenissen. “Veel banaliteiten”, zegt ze zelf,
“net als in het echte leven.”
Er komen ook historische beelden in voor. Adolf Hitler op de Heldenplatz
in Wenen op 13 maart 1938 bijvoorbeeld, ten tijde van de Anschluss. De enthousiaste menigte die Hitler toen toejuichte is bij Lena exact dezelfde
die een stukje verder op de muur juicht voor kanselier Julius Raab toen die in
1955 de Oostenrijkers vrijheid en democratie kwam beloven. In 2005 speelde onze
nationale draaitafelheld DJ Tiësto voor, volgens de tekening, voor hetzelfde
publiek. Ja, met sarcasme weet Lena wel raad. “Maar”, zegt ze, “je moet het
niet al te serieus nemen. Het leven is al serieus genoeg.”
In haar dagboekachtige aanpak zit ze dat leven wel van dag tot dag op de
hielen. Zo is ze de verpersoonlijking van het kunstenaarschap van Charles
Baudelaire, de 19e eeuwse Franse dichter. “Il faut être de son
temps”, vond hij, je moet je tijd zijn. Baudelaire
was een voorloper van het modernisme en de avant garde, begrippen die hun
magische klank inmiddels hebben verloren, maar waar in onze tijd zo weinig voor
in de plaats is gekomen.
Lena Lapschina ís haar tijd, ze tekent als het ware real time. Haar tekeningen hebben geen begin en geen eind, geen chronologie ook.
Ze zijn als pop ups op internet, het gaat om het
moment dat de kijker kijkt. Dan moet er een vonk overspringen, een kort moment
van inzicht. Het doet denken aan de epifanie, een terugkerend thema in de
boeken van inderdaad, James Joyce, de zo even genoemde schrijver.
Epifanie is van oorsprong een religieus begrip, denk aan de Openbaringen
in de bijbel. In de 19e eeuw vertaalden schrijvers het begrip naar
hun tijd. In de literiare betekenis is epifanie het heldere moment, vaak een split
second, dat ons inzicht geeft in ons bestaan. Dat is –
volgens mij - wat Lena Lapschina hier in Heerlen wil laten zien. Dat de meest
banale beelden en associaties je een moment van verdieping en spiritualiteit kunnen
geven.
Er zijn meer kunstenaars die zich met epifanie bezig houden. Toneelmaakster
Lieke Benders uit Maastricht bijvoorbeeld, zij benadert het vooral religieus. Donya
Saed hanteert het begrip in haar beeldende kunst op een meer eigentijdse
manier. Lena pakt het wat luchtiger aan, maar ik zag in haar tekeningen hier en
daar toch enige Russische zwaarte en zwartgalligheid schuil gaan.
Als Lena na 6 december teruggaat naar Wenen zal ook haar werk
verdwijnen. Dan komt de winterschilder naar KUS, maar Lena is er niet rouwig
om. In de Franse villa waar ze vorig jaar werkte, hebben ze haar gevraagd de
tekeningen te kopiëren op papier, zodat ze bewaard konden blijven. Lena vindt dat
geen goed plan.
En wij? Wij begrijpen nu waarom. Voor wie op zoek is naar het moment, kan
de eeuwigheid wel even wachten.
Wido Smeets 231009